Om te beginnen...

Als eerste iets over de klei die gebruikt wordt.

Het soort klei wat je voor Raku stoken moet gebruiken hangt sterk af van de grootte en vorm van het werkstuk dat je gaat maken. Meestal wordt voor Raku stoken chamotteklei gebruikt.


Lichtje door Evelien

Hierbij geldt over het algemeen dat hoe hoger het percentage chamotte in de klei is en hoe grover de chamotte korrels, des te sterker de klei is en daardoor des te beter bestand tegen het zeer snelle opstoken tot 1000 °C en de daaropvolgende temperatuurschok.


Werkstukjes van Tamara

Enkele voorbeelden:

Deze tandpasta tube is ca. 12 cm en gegoten met gietklei. Gietwerkstukken hebben meestal een mooie dunne wanddikte. Dit, en het feit dat wanden vaak overal even dik zijn, levert minimale spanningen op in het werkstuk. Deze gegoten tube kon gemaakt worden van gietklei zonder verder toevoeging van chamotte.

Worden de gietwerkstukken groter dan zul je op een gegeven moment ook aan de gietklei chamotte of b.v. zilverzand moeten gaan toevoegen.


Tube Foto - Kleiuit, Mariëlla Koenders

Gedraaide werkstukken hebben net zoals gegoten werkstukken ook vaak een dunne en uniforme wand. Ze zijn dan ook zeer geschikt voor Raku stoken. De vorm speelt echter ook een grote rol. Een platte schaal is, ondanks dat die ook gedraaid is, een breukgevoelige vorm. Zeker in vergelijk met een gedraaide bolle vaas die veel sterker is. Dus bij het maken van een schaal zul je eerder een stapje omhoog moeten qua chamotte percentage en korrelgrootte (b.v. 40% 0-1,0 mm) dan bij een bolle vorm (b.v. 25% 0-0,5 mm).


Dit beeld is ca. 45 cm. hoog en is gemaakt van klei met 40% chamotte met een korrelgrootte van 0 - 2,0 mm.

Biscuit bakken doen we op 950 °C.


Torso door Marleen

Worden de werkstukken nog groter dan kan het nodig zijn dat je naar klei met 50% chamotte 0-3 mm of nog meer 60% chamotte 0-5 mm gaat.


Totemfiguur Hoogte 110 cm.

(C) 2005 - Alle rechten voorbehouden

Deze pagina afdrukken