Voor de reductie bereiden we een plek voor met een laag zand van ongeveer 10 cm dik. Op het zand leggen we een laag reduceer materiaal. Hiervoor kun je houtsnippers nemen zoals je die in de dierenwinkel koopt, maar je kunt natuurlijk met van alles en nog wat experimenteren. De houtsnippers die je gebruikt moeten in ieder geval volkomen vrij zijn van lijmresten of andere verontreinigingen. Zodra je het gevoel hebt dat de temperatuurschok voldoende is geweest plaats je de werkstukken op het reduceermateriaal. Aan de ene kant moet het werk lang genoeg uit de oven zijn voor een mooi craquelé. Aan de andere kant moet het werk nog steeds heet genoeg zijn om het reduceermateriaal te doen laten ontbranden.

Dan plaatsen we een blik of een halve ton als een hoge hoed over het werk heen en drukken hem stevig in het zand. Aan de buitenkant drukken we het zand ook goed aan om de rook onder het vat te houden en weg van de buren.
Het is nu zaak om je werk aan een zo groot mogelijke rookintensiteit bloot te stellen. Het is makkelijk als je verschillende formaten rookdeksels hebt zodat je deze kunt aanpassen aan je werkstuk. Een klein werkstuk onder een heel groot vat geeft je niet de gewenste rookintensiteit en reductie effect.

Het reductie effect is in principe al na een paar minuten klaar. Verwijder je nu direct het reduceervat weer dan is de temperatuur nog zo hoog dat het reduceermateriaal door de opnieuw toestromende zuurstof weer begint te branden of te smeulen. Als dit voor overlast zorgt dan moet je gewoon langer wachten alvorens je het vat verwijdert. Als de werkstukken maar ver genoeg zijn afgekoeld kun je het vat verwijderen zonder enige overlast.

Net als tijdens het werken bij de oven en het uitladen is het tijdens het reduceren ook belangrijk om een veiligheidsbril te dragen. Rook en rond dwarrelende as kunnen irriteren in je ogen. Wanneer je het werk op het reduceer materiaal plaatst krijg ontstaan er vlammen en vuur. Draag daarom geschikte kleding en schoeisel. Ook na het reduceren is het werk nog lange tijd te warm om met blote handen aan te pakken. Draag dus handschoenen en werk met de tang tot dat je er zeker van bent dat het werk ver genoeg is afgekoeld. Sommige mensen maken er een gewoonte van om het werk versneld af te koelen door het in water te dompelen. Van invloed op het eind resultaat is dit echter niet. Het kan zelfs gevaarlijk zijn als het werk nog te heet is. Je werkstuk kan alsnog kapot gaan en er kan stoom ontsnappen waar je lelijk aan kunt branden. Wij adviseren je om het niet te doen. Nog even voor de duidelijkheid, de craquelé in de glazuur moet ontstaan door de temperatuurschok na het uitladen en vóór het reduceren. Niet door het werk na het reduceren in koud water te laten schrikken. Mocht er op die manier nog craquelé ontstaat dan wordt deze toch niet meer ingerookt en daardoor geaccentueerd.

Mocht je nu niet tevreden zijn over het reduceer effect, dan kun je het werk weer terug in de oven plaatsen. Je stookt de zaak weer op tot een temperatuur tussen de 600 - 700 °C. Je zult nu zien dat het inrookeffect op deze temperatuur volledig verdwijnt en je kunt de hele reductie weer opnieuw doen. Hou er wel rekening mee dat wanneer je dit een paar keer doet je werkstuk telkens iets gevoeliger wordt voor breuk.

De omschrijving zoals we die hier gegeven hebben is slechts een basis raku stookmethode. Maar er zijn een hoop andere technieken en mogelijkheden met de raku oven om te proberen.

We wensen wij je veel plezier met het raku stoken en het gebruik van een raku oven van Het Kleihuis.